De misvatting over “hebzucht”

greed

In een tijdperk waarin de media en zelfs het onderwijs emoties benadrukken terwijl feiten en logica worden genegeerd, moeten we misschien niet verbaasd staan dat zoveel mensen economie uitleggen op basis van “hebzucht”.

Er zijn nu volwassenen, ook die onderwijs hebben genoten, die “hebzucht” als verklaring aanwijzen voor de salarissen van miljoenen dollars bij grote bedrijven.

Denk er eens over na: ik zou zo zelfzuchtig kunnen worden dat ik een tweemaal zo groot fortuin als Bill Gates zou willen hebben, maar deze hebzucht zou mijn inkomen met geen cent verhogen.

Als je wilt verklaren waarom sommigen een astronomisch inkomen hebben dan kan dat niet simpelweg met hun eigen verlangens, zelfzuchtig of niet, maar door wat anderen voor hen willen betalen.

De echte vraag is dan: “Waarom kiezen anderen ervoor om topmannen zo veel te betalen?”

Een populaire verklaring is dat topsalarissen worden bepaald door raden van commissarissen die het geld van de aandeelhouders uitgeven en het niets uitmaakt dat ze een topman teveel betalen, terwijl die topman er misschien juist de oorzaak van is dat ze in de raad van commissarissen zitten.

Het klinkt aardig en zou zelfs zo nu en dan waar kunnen zijn. Maar helaas wordt deze theorie volledig ontkracht door het feit dat de topsalarissen bij bedrijven met een paar hele grote aandeelhouders zelfs nog hoger is dan bij bedrijven met duizenden individuele aandeelhouders.

Met andere woorden, de topsalarissen zijn nu juist het hoogste waar mensen hun eigen geld uitgeven en financiële expertise hebben. Het is precies daar waar mensen het beste begrijpen welk verschil de goede directeur kan maken als het om de winstgevendheid gaat dat ze zoveel bieden als nodig is om de goede directeur te krijgen.

Als de mensen die in staat zijn uitstekende directeur te worden voor een dubbeltje per tien te krijgen waren dan zou niemand ze elf cent betalen.

Veel commentatoren die zeggen dat ze maar niet kunnen begrijpen hoe iemand 100 miljoen per jaar waard kan zijn realiseren zich niet dat het niet nodig is dat ze het begrijpen aangezien het hun geld niet is.

Voor iedereen geldt dat er duizenden dingen om ons heen gebeuren die we niet begrijpen. We gebruiken doorlopend computers, maar de meesten zouden geen computer kunnen bouwen al zou hun leven ervan afhangen. En degenen die dat wel kunnen kunnen waarschijnlijk geen orchideeën kweken of paarden trainen.

Kortom, we hebben allemaal uiterst onvolledige kennis over de specialisaties van anderen.

Het idee dat alles zichzelf moet rechtvaardigen “in de rechtbank van redelijkheid”gaat minimaal terug tot de 18de eeuw. Maar dat maakt het alleen maar een geschikte kandidaat als langstlevende misvatting ter wereld.

Gegeven de hoge graad van specialisatie in een moderne economie betekent het eisen van “redelijkheid” dat mensen die weten wat ze doen onderworpen moeten worden aan het veto van mensen die geen idee hebben over de beslissingen die ze bekritiseren.

Het betekent dat onwetendheid kennis overheerst.

De onwetenden zijn niet zomaar een losse groep mensen. Zoals Will Rogers zei, “iedereen is onwetend, alleen over andere dingen”.

Zouden computerexperts hersenchirurgen moeten vertellen hoe ze hun vak moeten uitoefenen? Of zouden paardentrainers het aan één van hen moeten vertellen?

Betekent het feit dat de olieprijzen nu enorm gezakt zijn dat oliebedrijven hun “hebzucht” hebben verloren? Of zou het allemaal vraag en aanbod kunnen zijn, een oorzaak-en-gevolg verklaring dat moeilijker te begrijpen lijkt voor sommigen dan emoties als “hebzucht”?

Eén van de redenen dat centrale planning zo goed klinkt, maar zo ontzettend gefaald heeft dat zelfs socialistische en communistische regeringen het idee aan het eind van de twintigste eeuw verlaten hebben, is dat niemand genoeg weet om het beter te weten dan alle anderen.

Telkens als de olieprijzen omhoogschieten wordt er “hebzucht” geroepen en eisen politici een onderzoek naar een complot van de grote oliebedrijven. Er zijn in de loop der tijd meer dan tien onderzoeken geweest naar oliebedrijven, en geen enkele bracht een complot aan het licht die de oorzaak van hoge benzineprijzen zou zijn.

Betekent het feit dat de olieprijzen nu enorm gezakt zijn dat oliebedrijven hun “hebzucht” hebben verloren? Of zou het allemaal vraag en aanbod kunnen zijn, een oorzaak-en-gevolg verklaring dat moeilijker te begrijpen lijkt voor sommigen dan emoties als “hebzucht”?

Thomas Sowell

Dit artikel werd vertaald door Stichting MeerVrijheid. Overname wordt gewaardeerd indien voorzien van bronvermelding en hyperlink.

Leave a comment