Van progressieve belasting naar vlaktaks – deel 2

belastingdienstNadat Henry Sturman in het eerste deel van dit artikel de verschillende soorten belastingheffing en de bijbehorende ethische en praktische principes heeft besproken, gaat hij in het tweede deel verder in op de voordelen die een vlaktaks biedt.

Voordelen van de vlaktaks:

Meer welvaart. Hoewel er steeds meer gewezen wordt op het belang van een vrije markt en deregulering, staan we er niet vaak bij stil dat belastingen de belangrijkste en meest marktverstorende economische interventie vormen. Het probleem van belastingen is dat ze een boete zijn op productiviteit en ruil. Hoe hoger de belastingen zijn, hoe minder productiviteit en ruil. We hebben vrijwel onze gehele welvaart te danken aan arbeidsspecialisatie, maar belastingen gaan juist arbeidsspecialisatie tegen en stimuleren zelfvoorzienendheid – een fenomeen dat past in een primitieve economie. Omdat voor jezelf werken niet belast wordt en voor een ander werken wel, kiezen mensen ervoor om veel dingen zelf te doen (koken, klussen, de kinderen verzorgen, eigen auto in plaats van een taxi, et cetera), ook al zou het in economisch opzicht efficiënter zijn om die dingen uit te besteden.

Het zijn vooral de marginale belastingen die de mate van economische verstoring bepalen. De huidige inkomstenbelastingstructuur, die gekarakteriseerd wordt door hoge marginale tarieven in combinatie met veel aftrekposten, is dus het slechtst denkbare systeem. Een vlaktaks, zonder aftrekposten, maar met een lager marginaal tarief is veel minder verstorend en zal daarom de arbeidsspecialisatie, en dus de welvaart, verhogen. Het hoogste tarief van de inkomstenbelasting is op dit moment 52 procent, maar het bijbehorende werkelijke marginale tarief is veel hoger.

Inkomstenbelasting is immers slechts een deel van alle belasting die we betalen. Allerlei andere andere belastingen, zoals BTW, werkgeversbijdrage, vennootschapsbelasting, accijnzen, enzovoort. moeten ook betaald worden. Het is een illusie om te denken dat die kosten kunnen worden afgewenteld op werkgevers. Om niet failliet te gaan moeten werkgevers al die belastingen doorberekenen ofwel in de prijzen ofwel in de vorm van lagere lonen.

Weinig verschuivingen in inkomenspositie. Berekeningen laten zien dat bij invoering van een vlaktaks in combinatie met het afschaffen van aftrekposten de meeste inkomensgroepen er niet veel op voor- of achteruit gaan (4). Blijkbaar zorgen aftrekposten er nu al voor dat alle inkomensgroepen een ongeveer gelijk percentage van hun inkomen aan belastingen betalen. De progressie van de inkomstenbelasting is dus een illusie. Zodoende valt ook te verklaren dat zelfs een PvdA-econoom als Rick van der Ploeg positief is over de vlaktaks. Hij beklaagt zich er juist over dat zoiets als de hypotheekaftrek ervoor kan zorgen dat iemand die veel verdient procentueel minder belasting betaald dan iemand die weinig verdient (5). Natuurlijk zullen er toch zowel mensen zijn die er op vooruitgaan als mensen die er op achteruitgaan bij de invoering van een vlaktaks. Maar dat moet niet gezien worden als een nadeel, maar juist als een voordeel. Immers: deze verschuiving is juist bedoeld om de bevoordeling van sommige mensen en de benadeling van anderen teniet te doen. Met een vlaktaks worden de belastingen gelijker verdeeld.

Lagere kosten. De administratieve kosten van de inkomstenbelasting voor burgers, bedrijven en overheid worden geschat op 4,8 procent van de opbrengst (6). Als er toch een vlaktaks wordt ingevoerd, dan is het ook het beste om die in pure vorm in te voeren. Dat wil zeggen dat alle aftrekposten moeten worden afgeschaft. Als mensen kosten moeten maken voor hun werk, dan moet de werkgever die apart en onbelast kunnen vergoeden. Dat zorgt ervoor dat het salaris van een werknemer voor honderd procent belast kan worden.

Merkwaardig is dat voorstanders van een vlaktaks er vaak voor zijn om een belastingvrije voet in stand te houden. Dat is een mogelijk standpunt, maar zo’n systeem is geen echte vlaktaks. Als er een belastingvrije voet is, dan zijn er immers nog steeds twee belastingschijven in plaats van een: een nulprocenttarief en het reguliere tarief. Het idee van de vlaktaks is nu juist dat er een uniform tarief is, zodat iedereen hetzelfde percentage van zijn inkomen aan belastingen betaalt. En dat kan alleen als ook de belastingvrije voet wordt afgeschaft. Verder is het onwenselijk dat mensen met een laag inkomen worden vrijgesteld van belastingen. Ze hebben dan namelijk geen enkele prikkel om voor belastingverlaging te stemmen, terwijl ze wel een prikkel hebben om te stemmen voor een zo hoog mogelijk tarief voor de rest.

Bij invoering van deze pure vorm van vlaktaks kan de individuele belastingaangifte volledig worden afgeschaft indien de vlaktaks wordt beperkt tot inkomen uit loon. In dat geval hoeven werkgevers alleen maar een bepaald percentage van de brutosalarissen aan de fiscus over te maken. (De vermogens- en dividendbelasting kunnen het beste worden afgeschaft omdat ze investeringen tegengaan door spaarders te straffen ten opzichte van mensen die direct hun hele inkomen consumeren; de belasting van inkomen uit woningverhuur kan het beste worden afgeschaft omdat die de woonkosten van huurders opdrijft.) Dit systeem is zo eenvoudig dat vrijwel alle admistratieve kosten zouden wegvallen. Het voordeel dat daaruit voortkomt zou volledig bij de burger terecht moeten komen.

Een gelijk loon voor gelijk werk. Met het huidige stelsel is het zo dat twee mensen die precies hetzelfde werk doen en hetzelfde brutosalaris hebben, toch een verschillend netto-inkomen kunnen hebben. Afhankelijk van hun situatie (gezinssituatie, ouder dan 65, hypotheek, en dergelijke) kan namelijk de hoeveelheid te betalen belasting flink uiteenlopen. Een voor iedereen gelijke vlaktaks zou deze vorm van ongelijkheid vermijden. Bovendien is het nu zo dat iemand die bijvoorbeeld een jaar fulltime werkt en daarna een jaar op sabbatical gaat meer belasting betaalt dan iemand die hetzelfde baantje twee jaar lang half-time uitvoert. Ook deze ongelijke behandeling wordt door een vlaktaks vermeden.

Politieke duidelijkheid. Het huidige belastingsysteem wordt gekenmerkt door een eeuwigdurende politieke belangenoorlog, waarbij laagverdieners continu pleiten voor meer progressie en veelverdieners voor minder progressie en meer aftrekposten. Een vlaktaks zou zorgen voor een mooi compromis tussen beide groepen. Linkse mensen worden tegemoetgekomen doordat de vlaktaks nog steeds nivellerend is en rechtse mensen worden tegemoetgekomen doordat de vlaktaks ten minste zorgt dat de relatieve inkomensverhoudingen hetzelfde blijven (iemand die bruto twee keer zoveel verdient, verdient ook netto twee keer zoveel).

De poging om met progressieve belasting de rijken meer te laten betalen heeft waarschijnlijk toch weinig zin, omdat er nu eenmaal minder rijken zijn dan armen. Dus zelfs een hoog tarief voor rijken zal voor weinig extra belastinginkomsten zorgen, terwijl de schadelijke economische effecten wel eens zo groot zouden kunnen zijn dat rijk en arm er allebei alleen maar op achteruitgaan. Ook is het niet evident dat de rijken hun hogere belastingtarieven zelf betalen. Waarschijnlijk verdienen artsen en managers mede heel hoge brutosalarissen om hun netto-inkomens op een concurrerend niveau te houden. Voor een deel is het dus de doorsnee consument die de belastingen van de rijken betaalt in de vorm van hogere prijzen. In de economie wordt dit verschijnsel overheveling genoemd. Volgens berekeningen van de Nobelprijswinnaar in de economie (1996) James Mirrlees is de economisch optimale belasting een vlaktaks van maximaal 20 procent.

Verdere belastingvereenvoudiging
Invoering van de vlaktaks zou een grote verbetering zijn. Nog beter zou het zijn als alle tientallen verschillende belastingen zouden worden teruggebracht tot een enkele vlaktaks (hetzij een inkomstenbelasting, hetzij een BTW). Belastingen die in feite retributies zijn (betalingen voor diensten), zoals de wegenbelasting en rioolrechten zouden wel gehandhaafd moeten worden. Er zou dan transparantie ontstaan, zodat de burger eindelijk weet hoeveel belasting hij eigenlijk betaalt. Nu zijn de meeste belastingen verborgen in de prijzen van producten en verlaagde lonen.

Ondanks de voordelen die zulke belastinghervorming zou hebben, dienen liberalen niet uit het oog te verliezen dat drastische belastingverlaging een belangrijker doel is dan belastinghervorming. Liever een ingewikkeld en progressief belastingsysteem met een gemiddelde belastingdruk van 10 procent (zoals rond 1900), dan een enkele simpele vlaktaks van 50 procent.

Henry Sturman

Ir. H.R. Sturman is natuurkundig ingenieur en werkt als automatiseerder en publicist. Dit artikel verscheen in februari 2005 in Liberaal Reveil.

Noten
4 Caminada e.a.
5 Rick van der Ploeg, ‘Lagere toptarieven goed voor rechtvaardigheid’, Het Financieele Dagblad, 3 januari 2004.
6 Caminada e.a.

 

One comment on “Van progressieve belasting naar vlaktaks – deel 2

  • sirik , Direct link to comment

    Jammer dat de schrijver niet verder is gegaan dan tot een vlaktax,
    immers belasting betalen is een immorele zaak, waarom dit fenomeen niet fundamenteel bestrijden ?

    Gemiddelde taks per werkende bepalen/benaderen doe je zo:
    jaarlijkse uitgaven overheid/ aantal werkenden
    Dat is in cijfers:
    250 miljard volgens rijksbegroting.nl
    7,1 miljoen werkenden volgens cbs.nl en 1 miljoen ambtenaren volgens rijksoverheid.nl

    250.000/6 = 42.0000 Eurio’s.

Leave a comment