Het geldmonopolie van de overheid en de “Great Reset”

Dit artikel is geschreven door Thorsten Polleit en verscheen eerder bij Lew Rockwell

Het monetair stelsel van ongedekt papiergeld is een economisch en sociaal destructief systeem – met verstrekkende, schadelijke economische en sociale gevolgen die verder rijken dan de meeste mensen zich kunnen voorstellen. Fiat-geld is inflatoir; het bevoordeelt sommigen ten koste van vele anderen; het veroorzaakt economische cycli van scherpe pieken en dalen; het corrumpeert de maatschappelijke moraal; het leidt tot overmatige schuldenlast en het zal uiteindelijk eindigen in een grote economische baisse.

Het Institute of International Finance (IIF) schat dat de mondiale schuld tegen het einde van 2020 zal zijn opgelopen tot 277 biljoen dollar, wat neerkomt op maar liefst 365 procent van het mondiale bruto binnenlands product (BBP). Zoals uit onderstaande grafiek blijkt, is de mondiale schuld ten opzichte van het BBP de afgelopen jaren gestegen, wat erop wijst dat de schuld sneller is toegenomen dan het BBP. Deze accumulatie van buitensporige schulden, de weg naar overmatige schuldenlast, is het gevolg van een systeem van ongedekt papiergeld.

In nauwe samenwerking met de commerciële banken verlagen de centrale banken kunstmatig de marktrente door kredietexpansie, waardoor de geldhoeveelheid toeneemt. De consumptie stijgt en de besparingen dalen, terwijl de kapitaaluitgaven stijgen. Alles bij elkaar betekent dit dat de economie boven haar stand leeft. Hoewel de injectie van nieuw krediet en geld tegen kunstmatig lage rentetarieven aanvankelijk leidt tot een toename van de economische activiteit, zal en moet deze hausse worden gevolgd door een scherpe terugval.

Lering trekken uit de Oostenrijkse conjunctuurcyclustheorie

De Oostenrijkse conjunctuurcyclustheorie (‘Austrian Business Cycle Theory’, afgekort ABCT) laat dit met rigoureuze logica zien. De reden is dat zodra de injectie van nieuw krediet en geld zijn beloop heeft genomen – nadat de lonen zijn verhoogd, de kapitaalkosten zijn verlaagd, enz. – de marktrente terugkeert naar haar oorspronkelijke niveau, d.w.z. het niveau dat gold vóór de uitgifte van krediet en geld uit het niets. Zodra de marktrente begint te stijgen, verslapt de hausse en stort de economie in.

Een hogere marktrente zet de mensen ertoe aan om hun consumptie te verminderen en meer te sparen. Daarnaast blijken nieuwe investeringsprojecten die in tijden van kunstmatig onderdrukte marktrente rendabel werden geacht, nu onrendabel te zijn. Bedrijven beginnen hun uitgaven te verminderen, banen te schrappen en activa te liquideren. Hoe pijnlijk het ook is voor de meeste mensen, dit is het proces waardoor de economie zichzelf zuivert van overconsumptie en onrendabele investeringen veroorzaakt door de hausse.

Als vuistregel geldt: hoe hoger de schuldenlast van een economie, hoe hoger de schuld in verhouding tot het inkomen, des te meer problemen wanneer een recessie toeslaat. In het algemeen leidt een daling van de productie tot een verslechtering van het vermogen van kredietnemers om hun schulden af te lossen. Zodra de schuld echter een relatief hoog niveau heeft bereikt, kan een recessie ertoe leiden dat debiteuren hun betalingsverplichtingen helemaal niet meer kunnen nakomen. De schuldenpiramide kan dan in elkaar storten, waardoor de economie in een depressie terechtkomt.

Critici van de ABCT kunnen aanvoeren dat het ongedekte papiergeldsysteem, ondanks zijn torenhoge schulden, niet is ingestort in de crisis van 2008-2009, en ook niet in de politiek opgelegde lockdown crisis van 2020-21. Zou dat niet betekenen dat de ABCT het bij het verkeerde eind heeft? Het antwoord is nee; het punt is dat wanneer de ABCT wordt toegepast op vroegere of huidige gebeurtenissen, het belangrijk is op passende wijze rekening te houden met “speciale omstandigheden”.

Als we dat doen, wordt duidelijk dat centrale banken de afgelopen jaren de marktrente naar hun hand hebben gezet. De marktrente wordt niet langer “vrij” door de markt bepaald, maar in feite gedicteerd door de monetaire autoriteiten. De centrale banken kunnen immers verhinderen – en doen dat ook – dat de marktrente stijgt, hetgeen betekent dat zij in feite de corrigerende kracht verstoren die de hausse in een baisse zou doen omslaan, waardoor de hausse langer aanhoudt.

Dit beleid heeft gevolgen waar we ook rekening mee moeten houden. Wanneer centrale banken met succes ingrijpen in de kredietmarkt en de baisse afwenden, gaat de misallocatie van schaarse middelen door en wordt zij zelfs nog schadelijker, waardoor de omvang en de reikwijdte van de onafwendbare crisis nog toenemen. Bovendien stelt het monetaire beleid dat erop gericht is een baisse met alle middelen te voorkomen, antikapitalistische krachten in staat het weinige dat nog resteert van het vrije-marktsysteem, te vernietigen. En dat is precies wat er in de hele wereld gebeurt.

Een ongemakkelijke waarheid: de staat voedt zich met crises

De door de politiek opgelegde lockdown-crisis heeft de economische activiteit in veel landen over de hele wereld vertraagd en in extreme gevallen tot stilstand gebracht. Recessie, bedrijfsfaillissementen en massale werkloosheid zijn het gevolg. Intussen zijn de regeringen – die de ramp in de eerste plaats hebben veroorzaakt – “te hulp geschoten”: zij laten hun centrale banken steeds grotere geldbedragen op de bankrekeningen van consumenten en producenten zetten.

Door op deze geldstroom te vertrouwen, wordt een groeiend aantal mensen en bedrijven afhankelijk van overheidssteun. Er is niet veel voor nodig om te beseffen dat dit hele proces duidelijk in de kaart speelt van die politieke stromingen die de staat nog groter willen maken, de resterende kapitalistische elementen in het economisch systeem willen terugdringen, en een collectivistisch-socialistisch regime willen vestigen – dat het de schakelaars omzet naar een werkelijk “socialistische transformatie”.

Wanneer consumenten en zakenlieden royale financiële steun van de overheid ontvangen, wordt het verzet tegen een beleid dat bedrijven en banen vernietigt sterk verminderd – in vergelijking met een situatie waarin degenen die onder een dergelijk overheidsbeleid te lijden hebben geen compensatie ontvangen. Met andere woorden, door de elektronische drukpersen te laten draaien, wordt de macht van de staat sterk vergroot ten koste van burgerrechten en vrijheid.

De geschiedenis leert dat noodsituaties en crises de macht van de staat versterken; en ook dat het heel moeilijk is om de staat ooit de macht te ontnemen die hij eenmaal heeft gegrepen. En hoe machtiger de staat wordt, hoe meer hij zal worden gebruikt door vindingrijke belangengroepen – zoals het militair-industrieel complex, de grote banken, Big Tech – zoals de economische theorie van het zogenaamde ‘rent seeking’ voorspelt.

Het probleem van de oligarchische democratie

Deze ontwikkeling wordt versneld in democratieën, omdat democratieën zich ontwikkelen tot oligarchieën, zoals de socioloog Robert Michels (1876-1936) betoogde. Hoe komt dat? In representatieve democratieën worden politieke partijen gevormd. Deze partijen zijn organisaties die worden geleid door de meest vastberaden, op macht beluste mensen. Zij worden de “oligarchische partijelite” en kunnen hun eigen agenda bepalen, ongeacht de wil van de partijachterban of kiezers.

Verschillende oligarchische partijelite groeperingen beginnen samen te werken en effenen zo de weg naar een “oligarchische democratie”, waarin de weinige machtigen heersen over de vele machtelozen. Met andere woorden: Michels stelt dat het idee van democratie op zijn kop wordt gezet. In feite wordt het in een oligarchische democratie mogelijk voor de politieke en economische “elites” om de dienst uit te maken door met vereende krachten hun favoriete politieke, economische en sociale ideeën op te leggen.

Tegen deze achtergrond lijken de modewoorden “Great Transformation”, “Great Reset” en “Nieuwe Wereldorde” de geesteskinderen van de huidige politieke en bedrijfselites, bedoeld om het weinige dat nog over is van vrije markten te vervangen en een centraal geleid economisch systeem in te richten: Hoewel particulier eigendom in naam gehandhaafd blijft, is het de centrale autoriteit, de machtselite, die bepaalt wat eigenaren al dan niet met hun eigendom mogen doen.

In een centraal geleid economisch systeem zouden de oligarchische partij-elites in feite dicteren wat door wie, wanneer, waar en tegen welke prijs wordt geproduceerd, en wie wat en wanneer krijgt van de totale productie. Er is maar een kleine – en logisch consistente – stap nodig om het centraal geleide economisch systeem te transformeren in regelrecht socialisme – waar de oligarchische partij-elites en hun partners in feite de productiemiddelen bezitten. Maar socialisme leidt onvermijdelijk tot een ramp.

We moeten het geldmonopolie van de staat beëindigen

De productiviteit van een geleide economie, laat staan van een volledig socialisme, kan een wereldbevolking van momenteel ongeveer 7,8 miljard mensen niet onderhouden, voeden, kleden en huisvesten. In feite zou een geleide economie of volledig socialisme de dood betekenen van miljoenen, zo niet miljarden mensen. Ludwig von Mises (1881-1973) wees hier al op in 1919: Socialisme is onmogelijk, het leidt tot chaos, verarming, en totaal verlies van individuele vrijheid.

En toch doen collectivistisch-socialistische ideologen en hun aanhangers, die “klimaatverandering” en recentelijk de “coronavirus epidemie” tot politieke wapens smeden, hun uiterste best om het marktsysteem (of het weinige dat er nog van over is) volledig af te schaffen en de mensheid een centraal geleid economisch systeem, of zelfs een socialistisch regime, op te leggen. Hoewel zij door grote aantallen mensen worden gesteund, betekent dat nog niet, wat marxistisch-socialistische denkers hun publiek willen doen geloven, dat het socialisme onvermijdelijk is,.

Mises begreep dat vreedzame en productieve samenwerking tussen mensen op nationaal en internationaal niveau privé-eigendom en onbelemmerde arbeidsverdeling vereist, of waar het op neerkomt: vrije markten of kapitalisme. Hij wees er ook op dat de samenleving alleen leeft en handelt in individuen, en dat het in het belang is van ieder individu om op te komen voor de verdediging van vrije markten. Mises merkte in zijn boek Socialism (1951) op:

De samenleving…is geschapen door de mensheid. Of de samenleving zich zal blijven ontwikkelen of dat zij zal vervallen ligt – in de zin waarin causale bepaling van alle gebeurtenissen ons toestaat van vrije wil te spreken – in handen van de mens. Of de maatschappij goed of slecht is, kan een zaak van individueel oordeel zijn; maar wie het leven verkiest boven de dood, geluk boven lijden, welzijn boven ellende, moet samenleving aanvaarden. En wie wil dat de samenleving bestaat en zich ontwikkelt, moet ook, zonder beperking of voorbehoud, het privé-bezit van productiemiddelen aanvaarden.

Tegen deze achtergrond moet het duidelijk zijn dat ongedekt papiergeld niet alleen een oorzaak is van crises, het is ook het cruciale instrument voor die politieke krachten – met name de oligarchische partij-elites en hun aanhangers – die de bestaande economische en sociale orde omver willen werpen en een collectivistisch-socialistische dictatuur willen opleggen. Want als de staat de geldvoorraad niet naar believen kan vergroten, zullen de mensen vroeg of laat de werkelijke kosten van de machinaties van die staat voelen.

En zodra mensen de werkelijke kosten van de politiek georkestreerde economische transformatie voor hun eigen leven en het welzijn van hun families en gemeenschappen begrijpen, zal er zeker verzet ontstaan dat de potentie heeft om een einde te maken aan een politiek systeem dat individuele rechten en vrijheden steeds verder uitholt. Het beëindigen van het staatsmonopolie op de geldproductie en het toestaan van een vrije geldmarkt is misschien wel de meest effectieve verdedigingslinie tegen wereldtirannie.

Auteur:

Thorsten Polleit

Dr. Thorsten Polleit is hoofdeconoom van Degussa en honorair hoogleraar aan de universiteit van Bayreuth. Hij treedt ook op als beleggingsadviseur.

Leave a comment