De Taal van EUtopia

Dit artikel verscheen eerder in het Engels onder de titel “Freedom from Speech” als Commentary op www.liberatingliberty.com

In mei van dit jaar publiceerde het Mathias Corvinum College een gedetailleerd rapport waarin de “door de EU gefinancierde oorlog tegen de vrijheid van meningsuiting” wordt beschreven. (i) In het rapport, getiteld “Manufacturing misinformation”, onthult de Britse onderzoeker dr. Norman Lewis “een geheime campagne uitgevoerd door de Europese Commissie om de grenzen van het legitieme publieke debat in Europa te reguleren”. Lewis ontdekte dat de Europese Commissie “honderden niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en universiteiten heeft gefinancierd om 349 projecten uit te voeren die gericht zijn op het bestrijden van “haatzaaien” en “desinformatie” voor een bedrag van bijna 650 miljoen euro. Het geld van belastingbetalers is bewust gebruikt om een Orwelliaans desinformatiecomplex te financieren om het taalgebruik in het publieke debat te dicteren en te controleren. […] De EU is verwikkeld in een stille oorlog om taalgebruik te reguleren en daarmee alternatieve standpunten, zoals de opkomende populistische oppositie, te delegitimeren. Dit is een strijd die gaat om taalgebruik en de legitimiteit om de voorwaarden van publieke communicatie te dicteren. Het is een van boven opgelegde, autoritaire, gezuiverde consensus, waarbij meningsuiting alleen vrij is als de taal van naleving wordt gesproken die door de Commissie is vastgesteld.

“De handen van de Staat”

Enige tijd geleden, in 1848 om precies te zijn, verklaarden Karl Marx en Friedrich Engels in hun Manifest van de Communistische Partij: “Het proletariaat zal zijn politieke heerschappij daartoe gebruiken, om aan de bourgeoisie stuk voor stuk alle kapitaal te ontrukken, alle productiemiddelen in de handen van de staat, d.w.z. van het als heersende klasse georganiseerde proletariaat te centraliseren […].” Dat wil zeggen dat in het communisme de staat de plaatsvervanger (“vicaris”) is van het proletariaat, naar alle waarschijnlijkheid georganiseerd als de heersende klasse. Een van de 10 “maatregelen” die “tamelijk algemeen kunnen worden aangewend” om het communisme te vestigen in “de verst ontwikkelde landen”, werd als volgt geformuleerd: “Centralisatie van de communicatie- en transportmiddelen in handen van de Staat.

Een steeds hechter verbond”

In het jaar 2000 presenteerden het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gezamenlijk in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie hun versie van het proces van centralisatie van de politieke macht van de verschillende “volkeren van Europa” in de handen van de Europese Staat. (ii) In de openingszin van de Preambule van het Handvest verklaarden de Eurocraten: “De volkeren van Europa hebben besloten een op gemeenschappelijke waarden gegrondveste vreedzame toekomst te delen door onderling een steeds hechter verbond tot stand te brengen.” Hoewel het zeer waarschijnlijk is dat de meeste, zo niet alle Europese volkeren een vreedzame toekomst willen delen, betekent dit niet noodzakelijkerwijs dat zo’n toekomst op gemeenschappelijke “waarden” gegrondvest moet zijn. Het is ook niet zo dat deze zogenaamde “besluitvorming” spontaan is ontstaan in de harten van de volkeren van Europa die verstrikt raakten in een historisch proces van “het tot stand brengen van een steeds hechter [onderling] verbond”.

Grondrechten

Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) definieert grondrechten als “rechten die aan iedereen in de EU toekomen. Het maakt niet uit wie u bent, wat u gelooft of hoe u verkiest te leven. Deze rechten staan voor belangrijke beginselen zoals waardigheid, rechtvaardigheid, respect en gelijkheid. Zij zijn bepalend voor de normen volgens welke wij vandaag de dag leven en werken in Europa.” Het FRA beschrijft het Handvest van de grondrechten als “het Statuut van de Rechten van de Mens van de Europese Unie”, waarin, in 50 artikelen, “de rechten en vrijheden van iedereen in de EU zijn vervat”. (iii) Het is dus geen wonder dat de EU het Handvest van de Grondrechten uitkoos om alle mensen in de EU, voor wie deze rechten fundamenteel – d.w.z. van nature – gelden, het misleidende narratief op te dringen dat het streven naar centralisatie van de macht in de handen van de Europese Staat moet worden gezien als hun streven.

De volkeren van Europa als “sociale klasse”

In de inleiding van zijn werk Human Action schreef Ludwig von Mises: “Volgens het marxisme wordt het denken van een mens bepaald door de klasse waartoe hij behoort. Elke sociale klasse heeft een eigen logica. Het product van het denken kan niets anders zijn dan een ‘ideologische vermomming’ van de egoïstische klassenbelangen van de denker.” Menselijk handelen moet niet gezien worden als handelen van individuen maar als handelen van het collectief. De Eurocraten gebruikten het Handvest om eenzijdig de valse vooronderstelling op schrift te stellen dat de volkeren van Europa als een collectief moeten worden beschouwd, d.w.z. als een “sociale klasse” waarvan de leden onvermijdelijk de idee van “een steeds hechter onderling verbond” moeten voortbrengen, alleen maar omdat die idee noodzakelijkerwijs de logische uitdrukking moet zijn van het specifieke belang van “Europeanen”.

Het Manifest van de Europese Unie

In het licht van de opmerking van Mises zou het Handvest heel goed gezien kunnen worden als het Manifest van de Europese Unie waarin de auteurs verkondigen dat, in een herformulering van de woorden van Marx en Engels, de Europese volkeren, door een steeds hechter verbond tussen hen tot stand te brengen, hun politieke heerschappij daartoe zullen gebruiken om alle instrumenten van politieke macht stuk voor stuk te ontrukken aan hun eigen nationale regeringen, om deze bevoegdheden in de handen van de Europese Staat, d.w.z. de als heersende klasse georganiseerde Europese volkeren, te centraliseren. Aangezien de grondrechten die in het Handvest zijn vastgelegd “bepalend zijn voor de normen volgens welke wij vandaag de dag leven en werken in Europa”, wordt ervan uitgegaan dat het genot en de verdediging ervan spontaan het historisch onvermijdelijke proces van de centralisatie van alle instrumenten van politieke macht in de handen van de Europese Staat stimuleren en noodzakelijk maken. In marxistische termen is dit hoe grondrechten een sleutelrol spelen in het vestigen en verstevigen van de Europese Unie als de plaatsvervanger van de “als heersende klasse georganiseerde” volkeren van Europa.

EUtopia

In werkelijkheid is de Europese Unie zeker niet de creatie die door de volkeren van Europa werd “bedacht”. Ze vormt zeker niet “de als heersende klasse georganiseerde volkeren van Europa”. Ze werd niet opgericht tussen de verschillende volkeren van Europa maar van bovenaf opgelegd door de EUtopisten als instrument om hun nationale identiteit, hun onafhankelijkheid en hun nationale soevereiniteit af te pakken door de politieke eenwording van de Europese volkeren te forceren, af te dwingen en te controleren. In het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie verzekert de ongekozen bureaucratie van de Unie haar “proletariaat” dat, ondanks haar despotische structuur, de Unie “zich bewust is van haar geestelijke en morele erfgoed, [en] haar grondslag heeft in de ondeelbare en universele waarden van menselijke waardigheid en van vrijheid, gelijkheid en solidariteit”. In dit EUtopia is echter geen plaats voor de lang gevestigde nationale en patriottische waarden die de diverse culturen van de lidstaten definiëren. Die moeten uit de werkelijkheid worden weggewist en vervangen door “het burgerschap van de Unie” in het tegenbeeld van de werkelijkheid waarin de Unie “de mens centraal stelt in [het hart van] haar optreden”.

Despotische inbreuken

De oprichting en institutionalisering van de Europese Unie heeft inderdaad alle kenmerken van een utopisch project in zich. Zoals bij al dit soort projecten, hebben de betrokken utopisten geen andere keuze dan met een goocheltruc de positie van “heersende klasse” te verwerven en hun toevlucht te nemen tot dwang en onderdrukking om hun utopieën te realiseren. In hun Manifest verklaarden Marx en Engels openlijk dat de totstandbrenging van de Communistische Staat “aanvankelijk alleen maar [kan] geschieden door middel van despotische inbreuken op het eigendomsrecht en op de burgerlijke productieverhoudingen”. Op dezelfde manier kan de totstandbrenging van de Europese Staat alleen worden bereikt door middel van despotische inbreuken op de verschillende rechten en vrijheden die van oudsher toebehoren aan en worden genoten door de ‘oorspronkelijke bewoners’ van de Europese landen. Om deze mensen “in het hart” van de activiteiten van de Unie te plaatsen, werden landen die zich bevinden in het geografische deel van de wereld dat Europa wordt genoemd, gebombardeerd tot lidstaten van de Europese Unie. Hun burgers moesten worden aangemerkt als Europese burgers, zodat hun fundamentele rechten en vrijheden door de Europese Staat konden worden overgenomen en omgevormd tot zijn waarden. Ieders denken wordt nu bepaald door zijn/haar vermeende aansluiting bij de sociale klasse die de Eurocraten hebben verzonnen om hun dominante rol in de totstandbrenging van EUtopia te legitimeren.

Een “ruimte van vrijheid, veiligheid en recht”

Om die reden werden deze rechten in het EUtopiaanse project opgenomen in de vorm van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. In plaats van het simpelweg bekrachtigen van de grondrechten die al bestonden in de verscheidene Europese landen als rechten die in principe aan iedereen in die rechtsgebieden toebehoren, dient het Handvest het doel om de Europese Unie te vestigen als de opperste schepper en hoeder van een “ruimte van vrijheid, veiligheid en recht” waarin die rechten kunnen bloeien en worden genoten. Meer in het bijzonder, wat de vrijheid van meningsuiting betreft, verklaart de Unie plechtig in Artikel 11 van het Handvest: “Eenieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te hebben en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie of ideeën, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.” Over wat Marx en Engels definieerden als “communicatiemiddelen”, bepaalt hetzelfde Artikel: “De vrijheid en de pluriformiteit van de media worden geëerbiedigd.

Verantwoordelijkheden en plichten

Utopisten hebben echter niet de gewoonte om meningen, informatie en ideeën te tolereren die in strijd zijn met, een bedreiging vormen voor of in de weg staan van de totstandbrenging van hun Utopia’s. Dus, hoewel de Unie “de hieronder [in het Handvest] genoemde rechten, vrijheden en beginselen erkent”, voegde zij wel een bepaling aan de Preambule van het Handvest toe die als volgt luidt: “het genot van deze rechten brengt verantwoordelijkheden en plichten mede jegens de medemens, de mensengemeenschap en de toekomstige generaties.” In het Handvest zelf wordt dit punt niet nader toegelicht. In Artikel 52 wordt wel kort het volgende opgemerkt: “Voor zover dit Handvest rechten bevat die corresponderen met rechten welke zijn gegarandeerd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, zijn de inhoud en reikwijdte ervan dezelfde als die welke er door genoemd verdrag aan worden toegekend.

“Grotere eenheid”

Genoemd Verdrag werd in 1950 ondertekend door de 12 regeringen die op dat moment lid waren van de Raad van Europa. In de Preambule van het Verdrag stelde de Raad het volgende: “het doel van de Raad van Europa is het bereiken van een grotere eenheid tussen zijn Leden en dat een van de middelen om dit doel te bereiken is de handhaving en de verdere verwezenlijking van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.” (iv) Blijkbaar was de Raad vooral geïnteresseerd in de handhaving en de verdere verwezenlijking van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, omdat dit de grotere eenheid tussen zijn leden ten goede kwam. In dit opzicht voorzag de Raad dat het “recht op vrijheid van meningsuiting [dat tevens] omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen”, zoals neergelegd in Artikel 10.1 van het Verdrag, heel goed het bereiken van een grotere eenheid zou kunnen bedreigen of belemmeren wanneer het zou worden uitgeoefend door mensen die tegen het streven zijn of het in twijfel trekken. (cursivering toegevoegd)

Formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties

Om dit potentiële probleem het hoofd te bieden, bepaalde de Raad in Artikel 10.2 van het Verdrag het volgende: “Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.” Dit opende de deur om “bij wet” de “formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties” voor te schrijven die nodig werden geacht om EUtopia te realiseren.

De harmonisatie van digitale diensten

In 2022 schreef de EU bij wet de formaliteiten, voorwaarden, beperkingen en sancties voor waaraan het gebruik van het World Wide Web in de Europese Unie moet voldoen. In overweging 3 van Verordening (EU) 2022/2065 van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten, verklaarde zij dat digitale informatie mag worden onderworpen aan censuur door de aanbieders van dergelijke diensten, omdat “[v]erantwoordelijk en zorgvuldig gedrag van de aanbieders van tussenhandeldiensten essentieel [is] voor een veilige, voorspelbare en betrouwbare onlineomgeving en om Unieburgers en andere personen de mogelijkheid te bieden hun in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het ‘Handvest’) gewaarborgde grondrechten uit te oefenen, met name de vrijheid van meningsuiting en van informatie, de vrijheid van ondernemerschap, het recht op non-discriminatie, evenals het bereiken van een hoog niveau van consumentenbescherming.” (v) Deze benadering berust op de misleidende marxistische/socialistische belofte dat dwang en censuur noodzakelijk zijn omdat, in dit geval, de “som van de vrijheid” in de Europese samenleving zal toenemen wanneer individuele vrijheid wordt ingeperkt. Er zal meer vrijheid zijn voor een grotere groep wanneer de vrijheid van meningsuiting van de afzonderlijke leden van die groep wordt afgenomen. Uiteraard zal de nomenklatura van de EU bepalen welke vrijheid (vrijheden) moet (moeten) worden afgenomen om meer vrijheid voor iedereen te creëren.

Vrijheid van meningsuiting wordt ontneming van meningsuiting

Aanbieders van digitale diensten werden bij wet veranderd in censoren van de communicatie die “burgers van de Unie” met elkaar uitwisselen wanneer ze hun fundamentele “recht op vrijheid van meningsuiting” uitoefenen. Als particuliere eigenaren van online “communicatiemiddelen” worden de dienstverleners gedwongen om “verantwoordelijk en zorgvuldig gedrag” aan te tonen door te beoordelen of de vrijheid van meningsuiting en/of de vrijheid van ondernemerschap van gebruikers van hun “communicatiemiddelen” moet worden ingeperkt indien bepaalde informatie of een bepaald idee mogelijk het recht op non-discriminatie, een hoog niveau van consumentenbescherming of enig ander in het Handvest opgesomde grondrecht zou kunnen verstoren. De DigitaledienstverleningVerordening stelt de Europese Staat in staat om de online communicatiemiddelen in zijn handen te centraliseren door het creëren, formuleren en herformuleren van de soorten informatie die “Vertrouwde ‘Flaggers'” en alle anderen die naar de hand van de EU dingen, aan de dienstverleners moeten melden als “illegaal” of als “desinformatie of andere inhoud” waarvan de online verspreiding een “maatschappelijk risico” met zich mee kan brengen, zodat “de in het Handvest verankerde grondrechten doeltreffend worden beschermd en innovatie wordt vergemakkelijkt.

Taal in de handen van de EU

De DigitaledienstverleningVerordening vormt het zichtbare aspect van de operatie die Norman Lewis beschrijft als het door de EU “zorgvuldig gecreëerd mechanisme voor het controleren van meningsuiting, ondersteund door een uitgebreid systeem van publieke financiering”. Zo stelt de EU zichzelf in staat om op gezag van honderden heimelijk gefinancierde ngo’s en academici, de heimelijk gefinancierde ‘Vertrouwde ‘Flaggers'”, te beweren dat ze toezicht houdt op meningsuiting om “de democratie te beschermen”. Lewis concludeert dat de EU-Commissie “terecht begrijpt dat het beheersen van de taal van communicatie betekent dat zij kan dicteren wat informatie en desinformatie is, wat waarheid is of wat leugens zijn, wat legitiem of illegitiem taalgebruik is, en wie wel of niet van zich mag laten horen.” Taal, d.w.z. het gesproken of geschreven woord, is het fundamentele communicatiemiddel van de mens. Zonder terug te hoeven vallen op het verbranden van boeken en rechtstreekse censuur, kunnen woorden nu gekneed worden door de handen van de EU zodat ze niet langer betekenen wat ze oorspronkelijk betekenden. Oorlog is vrede, slavernij is vrijheid, onwetendheid is kracht, autocratie is democratie, burgers van de verschillende Europese naties zijn burgers van de EU. De stemmen van de volkeren van Europa zullen zingen in een steeds hechtere harmonie naar de wijs van de ongekozen Eurocraten. Welkom in EUtopia! Vaarwel vrijheid van meningsuiting.

+ + + + + + + + +

[i] Manufacturing misinformation: The EU-funded propaganda war against free speech; Dr Norman Lewis; Mathias Corvinum Collegium / MCC Brussels; mei 2025; https://brussels.mcc.hu/uploads/default/0001/01/9fcfc904bd2e930bef107b7725b7f3ff9d0779d0.pdf[ii] Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie; 2000; https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:12012P/TXT [iii] Wat zijn grondrechten? EUFRA; https://fra.europa.eu/nl/about-fundamental-rights [iv] Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens; Opgesteld in 1950 / Van kracht geworden in 1953; https://www.echr.coe.int/documents/d/echr/convention_nld [v] Verordening (EU) 2022/2065 van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (Digitaledienstenverordening); https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32022R2065

Leave a comment