De Europese Centrale Bank vergroot politieke polarisatie in Europa

De enorme verliezen voor de voormalige meerderheidspartijen in Duitsland (CDU/CSU en SPD) en recordwinsten voor het extreem-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) hebben in het politieke landschap in Duitsland tot onrust geleid. De verliezende leiders Angela Merkel en Martin Schulz blijven volhouden dat het gevoerde beleid gewoonweg niet voldoende is uitgelegd. Zij schrijven de groeiende politieke ontevredenheid toe aan de globalisering en de vluchtelingen. Ondertussen heeft zich in Oostenrijk en Tsjechië een verschuiving naar rechts voorgedaan, hoewel het aantal vluchtelingen in Tsjechië laag is en de groei hoog. Overal in Europa floreren extreem-rechtse partijen onafhankelijk van het inkomensniveau en het aantal vluchtelingen dat verwelkomd werd. Wat is hier de grootste gemene deler?

Wij zien de Europese Centrale Bank (ECB) en andere centrale banken over de hele wereld als de grootste boosdoeners, omdat zij enorme hoeveelheden liquiditeiten hebben uitgegeven. Dit heeft in heel Europa negatieve gevolgen gehad voor de groei en verdeling van inkomens. De figuur beneden toont een rente-index, die zowel de renteverlagingen van de ECB richting nul als omvangrijke aankopen van overheidsobligaties weergeeft (omgezet in negatieve schaduwrentevoeten). De figuur laat zien dat de (schaduw beleids)rente, de productiviteitsgroei en de steun in Europa voor de gevestigde partijen, sinds het begin van de jaren negentig alle drie een dalende tendens vertonen. De drie trends zijn om twee redenen sterk met elkaar verweven.

Figuur 1: Schaduwbeleid, productiviteitsgroei en ondersteuning van gevestigde partijen

Bron: OESO, Instituut voor economisch beleid. Steun voor gevestigde partijen = 1 – steun voor extreemrechtse en linkse partijen (EU28 gemiddelden). De productiviteitsgroei is gelijk aan afgevlakte rekenkundige gemiddelden van Duitsland, Frankrijk, Italië, Frankrijk, Spanje, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.

Ten eerste heeft de geleidelijke monetaire expansie sinds het begin van de jaren negentig de groeidynamiek in Europa verlamd. Lange tijd was de productiviteitsgroei hoog, waardoor de reële lonen konden stijgen. De gevestigde partijen konden een deel van de productiviteitswinsten via steeds genereuzer wordende socialezekerheidsstelsels herverdelen. Dit maakte Europese burgers gelukkig en trouw aan hun politieke leiders.

Het probleem is echter dat het liquiditeitsoverschot van de centrale banken de zogenaamde allocatiefunctie van de rente, waardoor goede investeringen worden onderscheiden van investeringen met een laag rendement, heeft ondermijnd. In het verleden werden alleen investeringsprojecten met een rendement van meer dan 8 procent gefinancierd. Bedrijven moesten zich enorm inzetten om efficiënter te werken. Omdat de financieringskosten sterk zijn gedaald, is een toenemend aantal investeringsprojecten met een laag rendement gestart. De onproductieve bedrijven – de zogenaamde zombie bedrijven- worden in leven gehouden met goedkope liquide middelen, met name in Zuid-Europa. Het gevolg is dat de groei van productiviteit in de grootste economieën van Europa is afgenomen.

Aangezien productiviteitsgroei de voorwaarde is voor reële loonstijgingen, valt zo de basis voor algemene verbeteringen van lonen en sociale zekerheid weg. Loonsverhogingen en baanzekerheid van bepaalde geprivilegieerde groepen, bijvoorbeeld Lufthansa piloten of Franse ambtenaren, zijn alleen nog mogelijk ten koste van het loonniveau en de baanzekerheid van anderen, bijvoorbeeld Ryanair piloten en een toenemend aantal mensen die in heel Europa in de lage lonen sectoren werken. Sinds het midden van de jaren tachtig zijn de lonen en pensioenaanspraken van jonge werkzoekenden en herintreders op de arbeidsmarkt in Europa geleidelijk aan verminderd.

Ten tweede veroorzaakt de ongekende monetaire expansie via de financiële markten pijnlijke herverdelingseffecten. Aangezien de goedkope liquiditeit van de ECB (en andere grote centrale banken) de prijzen van onroerend goed en aandelen opdrijft, worden oudere en welgestelde mensen, die deze activa meestal in bezit hebben, rijker. De rente-inkomsten op de bankdeposito’s van de middenklasse daarentegen dalen naar nul. Jongeren, die een huis willen kopen of huren voor hun gezin, moeten een veel groter deel van hun inkomen uitgeven dan vorige generaties. Zonder de hulp van ouders is het vrijwel niet meer mogelijk om bezittingen te verwerven. De daaruit voortvloeiende ongelijkheid en sociale immobiliteit worden algemeen als onrechtvaardig beschouwd.

Vanuit een achtergrond van groeiende frustratie wenden steeds meer mensen zich, zonder na te denken over de redenen voor de groeiende ongelijkheid, tot politieke alternatieven die de status-quo uitdagen, wat zich vertaalt in een grotere steun voor partijen die extreem links of extreem rechts in het politieke spectrum staan. Aan de ene kant trekt uiterst links kiezers met een oproep tot nog meer herverdeling. Aan de andere kant neemt de sympathie voor economisch en dus ook politiek nationalisme (zoals in de Brexit) toe, omdat in het publieke debat globalisering als de belangrijkste oorzaak van de toenemende neerwaartse loondruk wordt bestempeld. Bij gevolg groeien extreemrechtse partijen sneller dan extreem-linkse partijen.

Europa zit gevangen in een vicieuze cirkel. Doordat de gevestigde voormalige meerderheidspartijen de groeiende ongelijkheid proberen te verhelpen door meer regulering en meer herverdeling, ondermijnen zij de vrije markt en de productiviteitsgroei steeds verder. Hierdoor ontstaat extra druk op de centrale banken om staatsobligaties te kopen – met de beschreven gevolgen voor ongelijkheid. Kortom: door het streven om Europa te stabiliseren, drijft de ECB grote wiggen in het oude continent! Als de politieke elites in Europa niet snel inzien dat hun traditionele herverdelingsreflexen hun grenzen hebben bereikt, zal het politieke polarisatieproces in Europa doorgaan. Aangezien het patroon van politieke polarisatie doet denken aan de jaren dertig van de vorige eeuw, moeten we hopen dat de Europese leiders spoedig wakker worden!

Verwijzingen:
Schnabl, Gunther / Müller, Sebastian (2017): Die Zukunft der Europäischen Union aus ordnungspolitischer Perspektive, Universität Leipzig Wirtschaftswissenschaftliche Fakultät Working Paper 150.
[i]Een dalende waarde impliceert afnemende steun voor de gevestigde partijen. Voor de samenstelling van de indexcijfers zie Schnabl und Müller (2017).

Vertaling: Ger van Gils

Noot: De standpunten verkondigd op de website zijn niet noodzakelijk die van het Mises Instituut.

Deze foto is gemaakt door: MichaelGaida

Leave a comment