In een voorgaand artikel kondigde ik optimistisch ‘belastingbevrijdingsdag’ aan, die voor de meeste EU-landen rond de zomervakantie valt. Helaas, ik moet de lezer mijn excuses aan bieden: ik heb buiten de waard gerekend. De doorsnee politicus heeft immers meer dromen dan de burger duiten. Met de middelen die tot de zomer zijn binnen gehaald, halen EU-overheden het einde van het jaar niet. In de zomer en het najaar kunt u nog genieten van de gedachte voor eigen rekening te werken. Ruim vóór de feestdagen moet u opnieuw aan de slag voor de fiscus.
Het Parijs-Brusselse ‘Institut économique Gustave de Molinari’ heeft een nieuwe studie uitgebracht, gebaseerd op statistieken van Eurostat. Ditmaal gaat het over de vraag hoe lang de overheden in de EU eigenlijk doen met de belastingmiddelen die zij in de eerste helft van het jaar ophalen. Slechts een enkel land haalt het einde van het jaar. De meerderheid bereikt ruim voor de jaarwisseling de bodem van de kas en moet de resterende tijd verder met geleend geld. Gemiddeld genomen zijn de EU-landen op 25 november door de opgehaalde belastinggeld heen. Nederland redt het amechtig tot 16 december. Nog voor de modale Nederlander aan de kerstinkopen begint, mag hij al weer voor het Gemene Goed aan de slag. Belgen hebben dan al weer ruim twee weken arbeid voor het collectief achter de rug: de Belgische belastingen dekken de uitgaven tot 1 december. Luxemburg komt iets verder dan Nederland en redt het tot Tweede Kerstdag.
Het lijstje van schuldenmakers wordt aangevoerd door Cyprus: op 12 oktober is de Cypriotische overheid al door de belastingmiddelen heen, een week later gevolgd door Portugal. Engeland toont zich in dezen een vrij modaal Europees land. Op de feestdag van Sint Maarten, 11 november, wordt hier de bodem van de schatkist bereikt. Dat is twee dagen later dan in Frankrijk, maar 10 dagen eerder dan in Italië.
Als de tekorten van lokale overheden en sociale instellingen worden meegerekend, duurt het jaar voor Nederland 19 dagen te lang en voor België 21 dagen. Cyprus spant weer de kroon met een jaar dat 66 dagen te veel telt.
Tot slot is er zowaar ook een nog groep landen die aan het einde van het jaar belastingcenten over houdt. Dat zijn Estland, Litouwen, Duitsland en Denemarken. Dat laatste land noteert een overschot van 11 dagen.
In de 3 linker kolommen de data waarop landen met een tekort door hun belastingmiddelen heen zijn. In de 4e, rechterkolom de data in januari tot wanneer de belastingmiddelen van de 4 landen met een overschot reiken.
Le Jour Où Les États De L’union Européenne Ont Dépensé Toutes Leurs Recettes Annuelles, Cécile Philippe et Nicolas Marques, Institut Économique Molinari | Paris-Bruxelles, Novembre 2015