Het gebrek aan creatieve destructie

Het hebben van een baan is voor de meeste mensen iets waar ze zo min mogelijk onzekerheid over willen hebben. Het kwijtraken van een baan kan leiden tot veel stress en kan financieel gezien ook grote gevolgen hebben. Daarom maken politici zich ook vaak hard voor het creëren van baanzekerheid. Als reactie op de corona pandemie wordt door beleidsmakers wereldwijd ingezet op het behouden van banen en het voorkomen van een golf aan faillissementen. Dit terwijl voor de crisis uitbrak er juist veel krapte was op de arbeidsmarkt in Nederland. Op dit moment zijn er zelfs meer vacatures beschikbaar dan dat er mensen werkloos zijn. Bedrijven hebben al een decennium de tijd gehad om te herstellen van de vorige crisis en op dit moment staat het aantal faillissementen op het laagste punt in 30 jaar.

Het verliezen van een baan of een faillissement wordt gezien als een teken van zwakte in de economie. Echter, deze dynamiek is juist essentieel voor de economische vooruitgang stelt econoom Joseph Schumpeter. Joseph Schumpeter maakt geen deel uit van de Oostenrijkse school maar is onder andere beïnvloed door Oostenrijkse denkers als Menger en studeerde af onder Eugen von Bohm-Bawerk. Hij stelt in zijn theorie over creatieve destructie (creative destruction) dat de ondergang van oude bedrijven en de opkomst van nieuwe een niet eindigend proces is. Door middel van innovatie kunnen nieuwe bedrijven opkomen en technologische vooruitgang brengen. Dit proces is essentieel voor het succes van het kapitalisme en werkt optimaal als de ondernemers zo min mogelijk restricties hebben. 

Zijn theorie kan wellicht het beste worden uitgelegd aan de hand van een voorbeeld. Tot de uitvinding van de auto was een paard en wagen de meest gangbare manier van transport. Het was relatief snel, comfortabel en kosten efficiënt. Veel mensen waren op een of andere manier afhankelijk van het paard en wagen voor hun inkomen. Paarden moesten worden verzorgd, zadels moesten worden gemaakt en de hoefsmid smeedde nieuwe hoefijzers voor paarden. Met de uitvinding van de auto werden consumenten een nieuwe waardepropositie aangeboden: een sneller, goedkoper en comfortabelere vorm van transport. In eerste instantie was de auto een product voor de rijken maar na verloop van tijd nam de auto steeds meer het marktaandeel van het paard en wagen over. In de nieuwe auto industrie werden veel banen gecreëerd en de producten werden door innovaties ook steeds beter en betaalbaarder. Echter, in de paard en wagen industrie was er steeds minder vraag naar zadels, hoefijzers en paardenvoer. De industrie zat in een dynamische periode waarin mensen werden ontslagen of waar bedrijven zich moeten aanpassen. Zo konden de zadelmakers met hun vaardigheden ook lederen bekleding maken in plaats van lederen zadels. De economie ging efficiënter om met het arbeidskapitaal en zo konden mensen zich weer elders in de economie productief inzetten. De algehele economie ging er op vooruit en er waren meer banen dan ooit tevoren terwijl de levensstandaard er ook op vooruit ging. 

Tegenwoordig wordt het proces van creatieve destructie steeds vaker actief tegengewerkt door overheden. Het is lastiger om mensen te ontslaan als ondernemer of het wordt ontmoedigd door bijvoorbeeld de NOW steun (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid). Hierdoor worden mensen in hun huidige niet productieve baan gehouden terwijl er elders in de economie juist een gebrek aan personeel is. Dit wordt ook nog eens gefinancierd met gemeenschapsgeld wat op dit moment niet geïnd wordt maar wordt geleend vanuit de toekomst. Daarnaast worden oude bedrijven ook direct gered van hun ondergang om “een domino effect in de economie te voorkomen”. Zo kreeg KLM miljarden aan steun van de overheid terwijl nieuwe intreders in de luchtvaartindustrie geen directe overheidssteun kregen. Een startende ondernemer kan dus op dit moment lastig aan personeel komen omdat het arbeidskapitaal wordt vastgehouden op plekken waar het op dit moment niet productief besteed wordt. Daarnaast krijgen gevestigde bedrijven ook nog eens financiële steun om sanering te voorkomen. Voor een startende ondernemer is het hierdoor bijzonder moeilijk om te concurreren met de gevestigde bedrijven. De steun die deze gevestigde bedrijven krijgen om hun niet-productieve arbeidskapitaal in dienst te houden wordt betaald door huidige ondernemers die wel productief zijn in de vorm van belastingen of door het aangaan van een grotere staatsschuld, waardoor toekomstige ondernemers worden belast.

De vraag is waarom overheden kiezen voor het pad van stabiliteit en hierdoor creatieve destructie tegenwerken. Het antwoord ligt in het feit dat politici verkozen moeten worden en dat baanverlies  van mensen of een faillissement veel stemmen kan kosten. Voor een politicus is op korte termijn baanverlies voorkomen belangrijker dan de staat van de economie op de lange termijn. Het is gemakkelijker om geld uit te toekomst te lenen en daarmee mensen nu hun baan te kunnen laten behouden of een onderneming tijdelijk te redden. Dit beleid is ook weer geworteld in Keynesiaanse theorie dat consumptie de motor achter de economie is. Wanneer mensen hun banen kwijtraken zullen ze minder geld uitgeven waardoor een ander persoon zijn inkomen weer zal dalen. Wat hier volledig buiten beschouwing blijft is dat je nu minder nieuwe innovaties hebt waardoor men efficiënter kan produceren of een dienst aan kan bieden. Mensen simpelweg een niet productieve baan aanbieden zodat zij met deze inkomsten kunnen gaan consumeren zal ons economisch geen voordelen brengen. De economische voordelen ontstaan namelijk wanneer mensen een productieve baan hebben en iets produceren wat geconsumeerd kan worden.

Met meer vacatures dan werklozen in de Nederlandse economie is het hoog tijd dat we de dynamiek binnen de arbeidsmarkt weer terugbrengen. De ontwikkelingen tijdens de pandemie hebben voor vele bedrijven ook mogelijkheden gebracht en zij kunnen het arbeidskapitaal dat elders in de economie vast zit productief gebruiken. Het proces van creatieve destructie zorgt er voor dat oude niet-productieve bedrijven het arbeidskapitaal niet onnodig vast kunnen houden, zonder overheidssteun zou je dan immers failliet gaan. Het is de hoogste tijd om het proces van creatieve destructie weer zijn gang te laten gaan.

De foto is gemaakt door: Volkswirtschaftliches Institut, Universität Freiburg en wordt gebruikt onder deze licentie

Leave a comment